Het bekende pijporgel zoals we dat terug vinden in heel veel kerken en kathedralen, bestaat uit een groot aantal orgelpijpen die samen zijn gevoegd tot één instrument. Door lucht door de orgelpijpen te voeren ontstaan er tonen. De organist (de bespeler van het orgel) kan de lucht door verschillende pijpen laten stromen door toetsen op een klavierset in te drukken. Het enorme aantal pijpen kan er voor zorgen dat er in een groot orgel tot wel 5 of 6 verschillende klavieren, toetsenborden dus, aanwezig zijn. Ook heeft een orgel een voetpedaal.
De geschiedenis van het orgel
In de oudheid werden vrij kleine, orgelachtige instrumenten aangedreven door middel van wind of waterdruk. Later werden er blaasbalgen toegevoegd om een stabiele luchtvoorziening te genereren. In een modern orgel wordt de windvoorziening geregeld door een windmachine. Al in het oude Romeinse Rijk waren er orgels aanwezig in de kerken. Later verdwenen die uit West-Europa, waar ze later weer vanuit het Byzantijnse Rijk werden ingevoerd. In de middeleeuwen werden diverse kleine soorten orgels ontwikkeld, waarvan sommige types ook draagbaar waren en dus erg geschikt waren voor kerkelijke processies. Toen orgels langzamerhand door evolueerde, werden ze op een gegeven moment te groot om te vervoeren, en werden ze tegen een kerkmuur opgehangen. Het aantal registers was op dat moment nog beperkt. In de late Middeleeuwen werd er in Italië een voetpedaal aan het instrument toegevoegd, die het beschikbare aantal registers vergrootte. In de 17e en 18e eeuw bouwden gespecialiseerde orgelbouwers steeds grotere en ingewikkelder orgels voor vorsten en voor de rijke kerk. Het werd een prestigekwestie om zo ingewikkeld mogelijke orgels in huis te halen. Later werden kleinere varianten van het instrument, de zogenaamde huiskamerorgels, in de woningen van rijke particulieren geïnstalleerd.
Bij welke soorten muziek wordt een orgel gebruikt?
Het meest bekend is natuurlijk de toepassing van het orgel als begeleiding van kerkgezang en psalmen. Als begeleiding van de kerkdienst verricht een orgel goede diensten. Het was echter ook een belangrijke instrument in de muziek van de Romantiek. Er werden verschillende muziekstukken speciaal voor orgels geschreven. Een orgel heeft immers een breed bereik aan gevoelige en ontroerende tonen, en wordt door zijn complexiteit en mogelijkheden wel de Koningin der muziekinstrumenten genoemd. Het wordt zowel gebruikt als solo element en als onderdeel van muziekstukken. In het begin van de 20e eeuw deden kleinere orgels bovendien ook dienst als begeleiding van stomme films. Deze soort orgels werden ook wel bioscooporgels of theaterorgels genoemd.